DE BRUINKOOL WERD DUUR BETAALD

In de “Eeuw van de steenkool” werd ook op ruime schaal bruinkool gewonnen.

Door Martin van der Weerden

Bruinkool bestaat uit afzettingen van plantenresten die miljoenen jaren geleden langdurig aan hoge druk en warmte zijn blootgesteld. Vanuit veen ontstaat eerst bruinkool, dan steenkool, daarna antraciet en ten slotte grafiet. Bij verdere compressie van grafiet zou diamant kunnen ontstaan. Bruinkool heeft tegenwoordig een slechte naam vanwege de bijdrage aan zure regen door het gebruik in verouderde electriciteitscentrales, vooral in Oost-europa.

Met de komst van de grootschalige steenkolenmijnbouw omstreeks 1900 werd ook de jacht op bruinkool geopend. Belangrijke voorraden werden aangetroffen in Heerlen-Noord (Carisborg), Eygelshoven (Herman), Haanrade (Anna) en Geleen (Graetheide). Vanwege de ondiepe ligging kon de winning in dagbouw geschieden. Om de groeves droog te houden werd het grondwater weggepompt. Dit leidde tot verdroging van het omliggende landbouw- en natuurgebied. Een ander nadeel was de permanente beschadiging van het landschap. Onder andere de vijver in het centrum van Brunssum heeft zijn bestaan hieraan te danken.

Belabberde arbeidsomstandigheden

Vooral in de beginperiode waren de omstandigheden op het gebied van veiligheid en gezondheid berucht. De arbeiders kwamen uit het noorden van Nederland omdat de bevolking uit de omgeving er geen trek in had. Zij werden ondergebracht in krappe barakken met stapelbedden. Toiletten en een aansluiting op het drinkwaternet ontbraken. Hun behoeften moesten ze gehurkt zittend doen op de rand van een kuil. Dat is minstens één van de werknemers fataal geworden. Op de glibberige rand gleed hij uit, viel naar beneden en verdronk. De onvrede onder personeel leidde tot stakingen, vechtpartijen en zelfs vragen in de Tweede Kamer.