Samenvatting lezing over Jos Wielders
Vereniging Sittards Verleden
7 maart 2024
Jan Joseph (Jos) Wielders (1883-1949) is wel de bekendste Sittardse architect.
Hij werd op de Oude markt in Sittard geboren als zoon van een meubelmaker.
Reeds op zeer jonge leeftijd verhuisde het gezin Wielders naar Nieuwstad, waar een oom een timmerwerkplaats had. Als jonge jongen vergezelt hij zijn oom naar diverse werkzaamheden, waarbij hij interesse kreeg voor het ambachtelijke milieu. Het proces van ontwerp naar realisering bleef hem boeien.
Van 1896 tot 1902 studeerde hij aan de Teekenschool in Roermond van de beroemde Pierre Cuypers en zijn zoon Joseph Cuypers, alvorens als bouwkundig tekenaar aan de slag te gaan bij architectenbureau Joosten in Valkenburg , waar hij het schopte tot chef de bureau.
In 1910 treedt hij in dienst van de Gemeente Sittard, eerst als opzichter en later als stadsarchitect.
Hij ontwierp in deze periode diverse gebouwen met een zekere lokale- cq. utiliteitsfunctie.
Tevens kreeg hij van de Gemeente ook toestemming om voor particulieren te ontwerpen en zo startte hij in 1917 zijn eigen bureau.
Jos Wielders is vooral bekend geworden door kerken, scholen, overheidsgebouwen, winkels en villa’s (in verschillende architectuurstijlen). Hij kreeg de bijnaam “betonarchitect”, omdat hij erg vooruitstrevend was in het gebruik van nieuwe materialen. Gewapend beton als constructief element werd vaak bekleed met baksteen.
Jos Wielders was gezagsgetrouw en had een voorliefde voor traditionele (katholieke) waarden, maar tevens had hij een grote vernieuwingsdrang en was van tijd tot tijd rebels en vasthoudend aan zijn principes.
Limburgse tijdgenoten van Wielders waren: Joseph Cuypers in Roermond, Frits Peutz in Heerlen en Fons Boosten in Maastricht.
Er zijn al veel lezingen gehouden over Jos Wielders en wandelingen langs zijn bouwwerken worden in Sittard regelmatig georganiseerd.
De grootste Wielders-kenners waren Koen Leinders en met name Michel Habets. Beiden zijn inmiddels overleden. Peter Vossen is ook een kenner van de architectuur van Jos Wielders.
Ik zelf ben via Michel Habets (studiegenoot en later veel samengewerkt in Brunssum) ook enthousiast geworden voor Wielders. Ik ben zeker geen kenner en mijn lezing is dan ook niet wetenschappelijk onderbouwd, maar eerder gebaseerd op mijn eigen interesse.
Deze lezing wil ik voornamelijk ingaan op de diverse architectuurstijlen , die Jos Wielders heeft gehanteerd. Dat leek in eerste instantie eenvoudig, maar gaandeweg kwam ik er achter dat Wielders zich zelden aan een bepaalde stroming hield. Hij gaf er vaak, vanuit zijn “eigenzinnig” karakter, een persoonlijke draai aan en liet zich niet gemakkelijk in een (architectuur)hokje plaatsen.
Ik wil nader ingaan op de volgende architectuurstijlen.
De bouwwerken van Jos Wielders zijn grofweg in 5 stijlperiodes te onderscheiden.
Met name Leinders, maar ook Habets hebben het dan over de 1) Regionale Romantische Stijl,
2) het Rationalisme, 3) De Amsterdamse School, 4) het Nieuwe Bouwen/ de Nieuwe Zakelijkheid en 5) het Traditionalisme.
Vanaf 1917, als zelfstandig architect, was Wielders een grote voorstander van vernieuwende stijlen en wilde hij niet langer vasthouden aan de vroegere stromingen in de architectuur.
A). De Regionale Romantische stijl kenmerkt zich door een teruggrijpen op eerdere traditionele (regionale) kenmerken. Het behoort eigenlijk tot de Neogotiek. Deze stijl is niet erg vernieuwend.
Wielders noemde zijn gebouwen uit deze periode (1902-1917) zelf:” Romantisch Duitse Stijl”.
B) Het Rationalisme gaat uit van het principe dat alle architectonische problemen rationeel zijn op te lossen. Het is een reactie op de neostijlen( zoals neogotiek en neo -renaissance), maar was ook een tegenstelling tot expressionistische stijlen (bijv. Art Nouveau). Ornamenten worden zo veel mogelijk vereenvoudigd of zelfs achterwege gelaten.
In Nederland wordt deze stijl rond 1900 geïntroduceerd door Berlage. De functie van de plattegrond was belangrijker dan de vorm van het gebouw. Het Rationalisme was als het ware de voorbode van het Nieuwe Bouwen.
Wielders hanteerde deze architectuurstijl met name tussen 1918 en 1927. Vanaf 1920 ontwierp hij ook in de Amsterdamse School Stijl.
C) De Amsterdamse School (1910-1930) valt net als bijv. de Art Nouveau onder het expressionisme in de architectuur. Het is duidelijk een reactie op het Rationalisme.
Het expressionisme kenmerkt zich door nieuwe visionaire “gesamtkunstwerken”, waarbij het gebouw in zekere zin een beeldhouwwerk wordt. Impulsief, fantasie en speelsheid zijn termen die kenmerkend zijn .
De Amsterdamse School is baksteenarchitectuur met golvende gevels en speelse decoratieve elementen. Kenmerken zijn verder steile daken met rode dakpannen. Ook laddervensters worden vaak toegepast. Ambachtelijkheid en vakmanschap wordt van de bouwvakkers verlangt.
De vormgeving is belangrijker dan de functie. Tussen 1920 en 1930 ontwierp Wielders vaak in deze stijl.
Binnen het expressionisme hoort naast de “de Amsterdamse School” ook de stroming “Zakelijk Expressionisme”. Deze stroming is strakker en minder uitbundig. De plastische vormgeving wordt verzakelijkt. Veel kerken van Wielders vallen onder deze stijl.
D) De term Nieuwe Bouwen cq. Nieuwe Zakelijkheid (ook wel functionalisme genoemd) is ontstaan in de jaren twintig en wordt gebruikt voor progressieve moderne architectuur. Het Bauhaus in Dessau wordt gezien als het begin. Het is weer een reactie op het expressionisme (Amsterdamse School).Kenmerken zijn functionaliteit (vorm volgt functie), strakke geometrische en abstracte vormentaal zonder versieringen. Le Corbusier was de grote inspirator.
Beton, staal en glas zijn i.p.v. baksteen de gangbare materialen. Platte daken en vaak witgepleisterde gevels. Wielders hanteerde deze stijl van 1928 tot 1935, maar introduceerde ook vormkenmerken van het traditionalisme , zoals de hoge schuine daken.
E) Het Traditionalisme ontstond weer als reactie op het functionalisme. Er wordt weer gezocht naar nationale en zelfs regionale bouwtradities. Vaak wordt het ook plattelandsarchitectuur genoemd. De Delftse School o.l.v. architect Granpré Molière is de belangrijkste stroming. Sterke bloei is tussen 1920 en 1940. Het is weer baksteenarchitectuur, en veelal hoge schuine daken met trapgevels of zg. Maaslandse Krulgevels. Woonhuizen kenmerken zich door geborgenheid en gezelligheid. Jos Wielders ontwerpt van 1935 tot 1949 in deze architectuurstijl.
Hans Laudy.